Aan tafel of in bad
- Jolanda Mulder

- 6 okt
- 2 minuten om te lezen
Soms blijf ik met een cliënt lang aan tafel zitten. We raken in gesprek, en mijn brein schiet in de puzzel-oplosstand. Ik ben dol op puzzels — nog meer op het moment dat ze opgelost zijn en het beeld helder wordt. Dan is het puzzeltijd.
Maar soms ook niet. Soms blijf ik te lang aan tafel. Dan proberen we het leven te begrijpen met alleen ons hoofd. Als dat niet lukt, ga ik juist harder puzzelen. Ik word scherper, directer, sneller — alsof ik het plaatje al zie en nog even een illusie wil doorprikken.
En dan moet ik oppassen. Mijn ervaring is dat er dan weerstand ontstaat. Met mijn scherpe brein en speldenprikken breng ik soms de veiligheid in gevaar. De ander gaat zich verdedigen, mij aanvallen, of trekt zich terug. En weg is het contact.
Dat is een typische valkuil van snel-denkende, ad remme hulpverleners en docenten. Juist zij — juist wij — moeten het lichaam inschakelen om het tempo te verlagen. Pas dan wordt wat geleerd kan worden voor de ander weer behapbaar.
Eerst moet de hulpverlener of docent zelf weer in de leer–ervaar–doe-stand komen. Dan vertraagt het tempo en neemt de wijsheid toe.
Wanneer ik met een cliënt in de ervaar-stand sta, ervaar ik zelf mee. Ik ben nieuwsgierig, sensitief, onderzoekend, creatief. En dat geeft ruimte en veiligheid aan de ander om in dezelfde stand te gaan staan. Dáárin ligt de bevrijdende ervaring van het nu.
Dat liever dan een puzzel die af is.
Of beter nog: soms ontdek je samen dat de puzzel minder stukjes heeft dan gedacht — eenvoudiger is, overzichtelijker. Al doende ontvouwt zich ineens het hele plaatje. En die ervaring nestelt zich in het lichaam. Dat is veel krachtiger dan begrijpen met het hoofd.
Want dat hoofdige werkt niet goed — niet voor onszelf, en niet voor echte verbinding met de ander. Mensen die werken met mensen en samen menselijke puzzels willen oplossen, doen er goed aan hun hele lichaam in te zetten.
Kijk, wie puzzelt met cijfers, ontwerpen, AI, meetkundige vormen of wiskundige reeksen, heeft zijn hoofd hard nodig — en vergeet misschien dat hij óók een lichaam heeft. Toch gun ik ook hén wat beweging tussendoor. Zelfs Archimedes vond zijn Eureka niet piekerend achter het bureau, maar ontspannen in bad. Warm, gevoelig, liggend, ontvankelijk — en hatsjiekieflatsjie: inzicht!
Dus de kern van dit verhaal:
Zorg voor een bad-ervaring in plaats van een tafel-ervaring.
Want pas wanneer hoofd en lichaam samenwerken, kan echte helderheid ontstaan — niet uit inspanning en wilskracht, maar uit ontspanning.




Opmerkingen